Tyto alba
Coördinatie: Bart van Beerendonk
Stel je vraag: Contactformulier
De kerkuil komt in bijna alle werelddelen voor. Hij meet 35 cm groot en hij leeft in open of half-open cultuurlandschap dichtbij dorpen en steden. ’s Nachts gaat de kerkuil op zoek naar kleine knaagdieren. Muizen vormen het belangrijkste voedsel van kerkuilen en de soort is dan ook sterk afhankelijk van het aantal muizen. In jaren met veel muizen leggen kerkuilen meer eieren dan gewoonlijk. Soms komen ze dan zelfs toe aan een tweede broedsel. In strenge winters als er weinig muizen zijn, overlijden veel kerkuilen en zwerven de vogels over grote gebieden om toch voldoende voedsel te kunnen vinden. Tijdens de jacht vliegt hij laag over de grond. De kerkuil zoekt zijn nestruimtes meest in open schuren en stallen. De hartvormige vrijwel witte gezichtssluier is kenmerkend en vooral in de vlucht maakt ie een bijna witte indruk.
Tot in de jaren 1950 broedde er in Nederland tussen de 1800 en 3500 paar kerkuilen. In de jaren 1960 ging dit hard achteruit. De strenge winter van 1963 bracht ook nog eens grote schade toe. Veranderingen in het agrarisch bedrijf werkten ook nadelig. Veel open velschuren en loodsen werden vervangen voor hermetisch afgesloten plaatstalen stallen. Na nog een strenge winter werd een dieptepunt bereikt in 1979 met hoogstens nog 100 broedparen kerkuilen in Nederland!
Het plaatsen en onderhouden van speciale nestkasten voor deze uilensoort blijkt enorm succesvol. Na 1989 ging het mede dankzij deze activiteiten steeds beter met de kerkuil. In 2007 schatte men het aantal broedparen op 1.150 - 2.000 paar. De vogel blijft nog wel bedreigd door de enorme toename van het autoverkeer en de nog immer eenvormigheid van het agrarische cultuurlandschap. Sinds 2016 staat de kerkuil niet meer op de Nederlandse rode lijst.
De kerkuil geniet al tientallen jaren bescherming van de Uilenwerkgroep. Steenuil en kerkuil komen in hetzelfde biotoop voor. Het werkgebied is daarom hetzelfde als het gebied van de steenuilenwerkgroep. Tilburg/N., Udenhout, Loon op Zand, Berkel-Enschot, Moerenburg Udenhout en Biezenmortel.
Zo nodig worden er nieuwe kasten gehangen of vervangen. Iedere zomer worden ze gecontroleerd en geïnventariseerd. Gegevens worden verwerkt en doorgegeven aan Brabants Landschap.
Als je vragen hebt neem dan contact op.
Hier vind je een tekening van een kerkuilenkast.